Dag Ik ben bezig mijn mijn onderzoekscompetentie van wiskunde en zit een beetje vast. Ik ben momenteel bezig met het onderzoeken van de gulden snede in de natuur, vooral in de zonnenbloemen. Met spreekt van een gulden hoek van 137,5°, maar eigenlijk snap ik het niet. In boeken zeggen ze dat tussen de zaadjes van planten telkens de gulden hoek te vinden is. Maar ook spreken ze van een hoek van 222,5. Kunt u dit niet op een meer ' georganiseerde' manier uitleggen? Alvast bedankt!