U beweert (29-1)2 (mod 29)=1 en (643-1)2 (mod 643) =1 Oftewel: (N-1)2 (mod N) = 1 Ik herken deze stelling niet. Heeft het met de stelling van Euler te maken?
herman
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 14 januari 2013
Antwoord
Voor iedere n geldt (n-a)2 mod n=a2 mod n. Dat is nu niet direct een stelling, maar kan eenvoudig worden bewezen door de haakjes uit te werken. Immers: (n-a)2=n2-2an+a2. aangezien n2 , zowel als 2an deelbaar zijn door n, volgt het gestelde. In dit geval is a=1. Noem dit maar de stelling van hk, als je perse een stelling wilt gebruiken. Dus vanaf heden heet dit de stelling van hk.