Wat is het antwoord van -22. De ene rekenmachine geeft 4 aan, immers -2 x -2 = 4 De ander zegt, nee het kwadraat staat boven het grondgetal 2, en dan is het antwoord -4. Welk antwoord is juist?
Peter
Iets anders - dinsdag 6 november 2012
Antwoord
Als je schrijft -22 dan is het antwoord -4. Machtsverheffen gaat voor vermenigvuldigen. -22 is hetzelfde als -1·22, vandaar. Dat sommige rekenmachines daar anders over denken is geen argument. Foute rekenmachine... of het werkt anders dan je denkt. Als je -2 doet en dan = en dan Ans2 dan komt er wel 4 uit. Maar dat klopt ook wel want -2·-2 is inderdaad 4.
Je kunt veel onduidelijkheden vermijden door (-2)2 te schrijven als je -2·-2 bedoelt. Als je -22 schrijft dan bedoel je -2·2=-4.
Dit soort problemen doen zich vaak voor bij het berekenen van functiewaarden waarbij x negatief is:
f(x)=x²-4x+2
Invullen van x=-2 geeft: f(-2)=(-2)²-4·-2+2=-2 Als je dat op je rekenmachine zou uitrekenen (niet doen!) dan moet je ook haakjes schrijven: