Dit jaar zijn we in het derde leerjaar gestart met Vernieuwde PlusPunt. Nu worden in blok 8 de benamingen van de bewerkingen herhaald. Vroeger (in de gewone PlusPunt) sprak men over het opteltal en de opteller; het aftrektal en de aftrekker; het vermenigvuldigtal en de vermenigvuldiger; het deeltal en de deler. Plots gaat men voor de optelling nu spreken over de termen (i.p.v. het opteltal en de opteller). Wat ik nog enigszins kan begrijpen, omdat die mogen gewisseld worden (commutativiteit), maar dan zou ik het logisch vinden dat men ook bij de vermenigvuldiging spreekt over de termen i.p.v. het vermenigvuldigtal en de vermenigvuldiger. Kan iemand mij hiervoor een gepaste verklaring geven? Volgens mij maakt men het nu nog moeilijker voor de kinderen.
Ingrid
Docent - donderdag 23 februari 2012
Antwoord
Ik zou denken dat als je bij optellen spreekt over 'termen' je bij vermenigvuldiging zou moeten praten over 'factoren'. Allerlei begrippen als 'gelijksoortige termen' of 'ontbinden in factoren' worden dan alvast een stuk duidelijker. Maar dat terzijde.
De vraag naar wat de 'vernieuwe pluspunt' heeft bewogen haar taalgebruik te wijzigen zou je misschien beter aan de uitgever o.i.d. kunnen vragen.
Ik kan me wel voorstellen dat het voor kinderen goed kan zijn om te praten over bijvoorbeeld 'opteltal' en 'opteller' omdat deze getallen een verschillende rol vervullen. Maar 't zijn natuurlijk allebei 'termen'.