Kunt u kijken of er een fout in het modelantwoord zit of dat ik bij de volgende opgave zelf een fou maak:
Bereken de oppervlakte ingesloten ddor de grafieken van f(x)=x2+5 en g(x)=-2x2+8 grenzen bepaald door f(x)=g(x) geeft x=-1 of x=1 A=$\int{}$van -1 tot 1 (-3x2+3)dx=[-1/3x3+3x] van -1 tot 1={(-1/3)+3}-{-1/3+-3}=6
In het modelantwword staat 4 als oppervlakt ?
En bij de volgende opgave krijg ik heel iets anders als in het modelantwoord:
bereken de oppervlakte van het vlakdeel ingesloten door de grafieken van f(X)=x+4 en g(x)=1/2x2
grenzen bepaald -$\to$ x=2 of x=4
maar dan de primitieve omde oppervlakte van ingesloten deel te bepalen is dat - $\int{}$van 2 tot 4 {(1/2x 2)-(x+4)}dx=$\int{}$van 2 tot 4-(1/2x2-x-4)dx=[(1/6)x3-1/2x2-4x] van 2 tot 4=-{(64/4)-8-16)}-{(8/6)-2-8}=-{(10 2/3)-(16)}-{(1 2/3)- 2}=9
in het modelantwword staat 18 als oppervlakte ?
Bouddo
Leerling mbo - zondag 12 februari 2012
Antwoord
Beide model antwoorden zijn correct. In principe begrijp je het wel maar het staat weer bol van de slordigheden. Bij de eerste vraag: Wat is volgens jou de primitieve van -3x2?
Bij de tweede vraag: Het begint al bij de snijpunten, hier klopt iets niet. Verder moet je maar eens goed nadenken over wat -{1/2x2-(x+4)} zou moeten opleveren, als je de haakjes wegwerkt.
Dit soort sommen zijn een goede training in nauwkeurig werken, dus...