Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 66670 

Re: Rijen en Limieten

Bedankt voor uw reactie.

Ik begrijp uw uitleg. Nu heb ik de volgende opgave: Sigma k=1 20 (3k+2). Als ik de getallen invul van tot 1 met 20 is het verschil in uitkomsten drie. Als ik de uitkomst van getallen ga uitreken op basis van somformule rekenkundige rij krijg je na mijn inziens de volgende som 1/2·3(5+62)=100.5. Dit is geen heel getal, dus ik doe wat verkeerd. Het boek geeft namelijk ook ander antwoord, namelijk 670.

Kunt u mij van deze materie afhelpen.

Alvast bedankt voor uw medewerking.

Richar
Student hbo - vrijdag 20 januari 2012

Antwoord

De n in de formule is het aantal termen; de 3 in jouw formule moet moet dus een 20 zijn.

kphart
vrijdag 20 januari 2012

©2001-2024 WisFaq