Mozfat
Student Hoger Onderwijs België - zondag 15 januari 2012
Antwoord
Beste Mozfather,
Ik begrijp niet goed wat je bedoelt. Als z = 3+4i een van de oplossingen is en je zoekt z3, bepaal dan gewoon (3+4i)3. Je kan hiervoor overgaan op goniometrische vorm, maar dat lijkt met niet per se nodig. Controleer dat (3+4i)3 = -117+44i.
De andere hoekpunten vind je dus als oplossingen van de vergelijking
z3 = -117+44i
Een van de derdemachtswortels ken je al, namelijk 3+4i, de andere twee geven de posities van de overige twee hoekpunten.