Hallo ik loop op het volgende punt vast en tevens wil ik vragen of de onderstaande vergelijking op deze manier mag opgelost worden. Het gaat om het volgende. t = 0,125 s w = hoeksnelheid = 18,48 r/s v = snelheid = 0 y = plaats = 28,6 mm A & B zijn constanten
Ik wil A en B berkeken door hier twee vergelijkingen op te stellen door dit te doen als volgt.
y = A sin w·t + B cos w·t (plaats) v = A · w · cos (w·t) - B · w · sin (w·t) (snelheid)
Plaats
28,6 · 10-3 = A sin 18,49·0,125 + B cos 18,49·0,125 B uitdrukken in A geeft: A · 0,0396 + B · 0,118 = 0,0286 A= -B·( 0,0286/(0,093+0,118) = - 0,135B
snelheid
0 = - 0,13B · 18,49 · cos(18,48·0,125) - B ·18,49 · sin (18,49 ·0,125) =
- 0,12 B = - B 0,040 =
B = 0,040/(-0,12 +2) = 0,0212
invullen in 1e vergelijking voor A geeft:
0,0286/ (sin 18,49·0,125 + 0,0212 cos 18,49·0,125) = 0,168
A = 0,168 B = 0,212
is dit een juiste benadering voor de constanten A en B?
Groet Winnie
Winnie
Student hbo - zaterdag 10 december 2011
Antwoord
Hallo Winnie,
Je berekening gaat niet goed. Op deze plaats is het nog redelijk correct:
28,6 · 10-3 = A sin 18,49·0,125 + B cos 18,49·0,125
Maar je bent haakjes vergeten. In plaats van: cos(18,49·0,125) = cos(2,31) = -0,67 bereken jij: (cos(18,49))·0.125 = 0,936·0.125 = 0,118
sin(18,49·0,125) is bij mij 0,738. Ik begrijp niet hoe jij aan 0,0396 komt.
Ook de volgende stap gaat mis. Als de getallen goed zouden zijn, zouden de volgende stappen moeten zijn:
A · 0,0396 + B · 0,118 = 0,0286 A · 0,0396 = 0,0268 - B · 0,118 A = (0,0268 - B · 0,118)/0,0396 = 0,677 - B · 2,98