Ik heb het volgende vraagstuk: in een bos staan 4000 bomen. Elk jaar kapt men 0,2 % van de bomen plant men er telkens 1000 bij. Bepaal het expliciet voorschrift van deze rij als we het aantal jaar voorstellen door 'n'.
De oplossing zou moeten zijn: 5000-1000·0,8n
Ik snap niet hoe je aan die 5000 komt? Zouden jullie mij kunnen helpen uitleggen hoe je dit voorschrift vormt?
Louis
Overige TSO-BSO - zaterdag 10 december 2011
Antwoord
Het is een voorbeeld van een lineaire differentievergelijking: