Een proefpersoon heeft het voglende antwoordpatroon op een test bestaande uit 10 items:
(4,1,4,2,5,3,1,1,2,5)
Elk item is gemeten op een Likert-schaal met 5 antwoordcategorieën. De items 3, 5 en 10 zijn contra-indicatieve items en dienen nog omgescoord te worden. Wat is de somscore van deze proefpersoon op de test?
Nu wil ik graag weten hoe die omscoring precies werkt.
wietsk
Student universiteit - donderdag 27 oktober 2011
Antwoord
Als elk item normaal gesproken wordt opgeteld voor de totaal score dan neemt je bij 3, 5 en 10 de omgekeerde score.
5-1 4-2 3-3 2-4 1-5
(4,1,4,2,5,3,1,1,2,5) wordt dan (4,1,1,2,1,3,1,1,2,1), denk ik...