Dat de kansen op 2, 3, 4 of 5 gelijk zijn na manipulatie was me al duidelijk. De vraag is wat gebeurd er met de kans op 1? Bij voorbeeld, wanneer na manimpulatie de kans op 6 gelijk is aan 2/6 hoe groot is dan de kans op een 1?
Ad van
Iets anders - maandag 17 oktober 2011
Antwoord
Beste Ad,
Ik kan me niet voorstellen dat er theoretisch een wetmatigheid is af te leiden voor de verdeling van kansen tussen enerzijds de 1 en anderzijds de 2, 3, 4 en 5. Het rollen van een dobbelsteen is best een complex gebeuren: massatraagheid, traagheidsmoment, energieverlies bij stuiteren enz. zullen zeker een rol spelen, hierover is niets bekend. Alleen op basis van symmetrie kan worden beredeneerd welke kansen gelijk moeten zijn. In mijn vorige antwoord heb ik beredeneerd dat je eerste redenering niet juist kan zijn omdat deze geen stand houdt bij ernstigere manipulatie. Een betere aanname zal moeten berusten op een mechanisch model van de gemanipuleerde dobbelsteen. Dit lijkt me onbegonnen werk, een korte zoektocht op internet laat zien dat het rekenen aan een eerlijke dobbelsteen al niet lukt. Blijft natuurlijk over om de verhouding experimenteel te bepalen. Uitkomsten hiervan zijn vooralsnog alleen geldig voor de gebruikte dobbelsteen, ik vermoed dat hetzelfde experiment bij een tweede dobbelsteen alweer andere resultaten oplevert.
Dit is een reactie op vraag 65904 
