Kunnen jullie mij in jip en janneke taal vergelijkingen uitleggen
ze komen namelijk in het boek bij de uitleg in eens met getallen aan toveren waar ik geen idee van heb waar ze die vandaan halen of ik zie het niet de som is als volgt het word grafisch weergegeven 5x-3y=36 2x+y=10 ok dat nul maken van de x en y dat gaat nog 5x-3y=36 y=0 5x=36 x=36/5=7.2 dan zeggen ze in het boek dat de waarde moeilijk is aan te geven dus ze kiezen dan 3 ?? hoezo drie waar komt die vandaan dan of is dit dan die 3y stel y=3-- 5x-3(3)=36 5x-9=36 5x=36+9 5x=45 x=45/5=9 dit kan ik nog enig sinds volgen maar dan 2x+y=10 stel x=0 y=10 stely=4 2x+4=10 tover de tover waar komt de 4 vandaan 2x=10-4 2x=6 x=6/2=3 het zal voor jullie wel helemaal duidelijk zijn maar voor mij is het op het moment nog een beetje abra cadabra ik hoop dat jullie mij dit eenvoudig kunne uitleggen zodat ik de volgende sommen beter begrijp vriendelijke groet martin
Martin
Leerling mbo - zondag 16 oktober 2011
Antwoord
Ik weet het niet helemaal zeker maar volgens mij is het de bedoeling dat je de grafieken tekent van 5x-3y=36 en van 2x+y=10.
Dat zou kunnen! Dit zijn voorbeelden van eerstegraads vergelijkingen en de grafieken zullen rechte lijnen zijn. Als je twee punten van zo'n lijn hebt dan weet je in principe genoeg.
Op tekenen van ax+by=c staat uitgelegd dat het soms handig is om te kijken naar het snijpunt met de x-as van zo'n lijn en naar het snijpunt met de y-as van die lijn. Je hebt dan twee punten en klaar is Klara.
Voor 2x+y=10 werkt dat prima. Neem x=0 voor het snijpunt met de y-as: y=10 Neem y=0 voor het snijpunt met de x-as: 2x=10 dus x=5 De lijn gaat dus door (0,10) en (5,0).
Als je dezelfde methode gebruik voor 5x-3y=36 dan gaat dat niet helemaal lekker. x=0 geeft -3y=36 dus y=-12 Het snijpunt met de y-as is (0,-12) Dat kan... Maar... y=0 geeft 5x=36 dus x=7,2 en dat is niet fijn, want we hadden liever roosterpunten gehad. Wat te doen!? Kan je voor y niet beter 1 nemen dan? Nee, je krijgt dan 5x-3=36 en dat geeft 5x=39 en dat is ook niet handig... y=2 dan? 5x-6=36 geeft 5x=42, ook niet handig... y=3 dan? 5x-9=36 geeft 5x=45 dus x=9 Dus (9,3) is ook een punt van de grafiek.
We hebben dan twee punten (0,-12) en (9,3) en dan kan je de lijn tekenen.
Ik vind dat wel een beetje vreemde methode! Maar kennelijk is dat de bedoeling van het boek.