Goede dag, Ik kan geen tekening weergeven maar dit is de situatie. a en b zijn 2 rechten evenwijdig aan elkaar op 5 cm afstand van elkaar. Door P, een punt van rechte b trek ik een rechte ,niet loodrecht op beide evenwijdige rechten a en b met snijpunt in C. Iets rechts van P trek ik vanuit een punt B op rechte b een rechte loodrecht naar een punt C op de rechte a. Ik benoem nu: |PB|=x; S is snijpunt van rechte door P en C ;|AC|=3 cm en |AB|=5 cm.Bepaal x zo dat de som van de driehoeken ASC en BSP minimaal is Ik neem |SB|=y en |SA|=6-5-y en pas gelijkvormigheid toe. x/y=3/(5-y) waaruit:y=5x/(3+x) (1) Opp 2 driehoeken: 1/2((xy)+(3(5-y))(2) f(x)= 1/2((x·5x)/(3+x)+3(5-5x/(3+x)) f(x)=1/2((5x2/(6+2x)=15-15/(3+x)) f(x)=((5x2+45+15x-15)/(6+2x) f(x)=(5x2+15x+30)/(6+2x) f'(x)= ((10x+15)(6+2x)-2(5x2+15x+30))/(6+2x)2 Uitwerken geeft: f'(x)= (60x+20x2+90+30x-10x2-30x-60)/(6+2x)2 f'(x)= 10x2+60x+30=0 f'x)= x2+6x+3=0 levert -6+2√6/2 en -6-2√6/2 of x=-3+√6( negatieve oplossing! (andere oplossing sowieso negatief en te verwerpen. Maar de oplossig zou moeten zijn -3+√2~1,24.. Wat loopt er mis? Groeten, Rik
Rik Le
Iets anders - zondag 9 oktober 2011
Antwoord
De twee driehoeken zijn gelijkvormig en met BS = d (en dus AS = 5 - d) leidt dit tot de verhouding x : d = 3 : (5 - d). Hieruit volgt d = 5x/(x+3) De som van de oppervlakten van de driehoeken is dan 1/2.d.x + 1/2.3.(5-d) waarin d vervangen wordt door de bovenstaande uitdrukking in x. Daarmee heb je de oppervlaktefunctie in de variabele x en de afgeleide zal dan wel het minimum opleveren.