Als je een rij hebt van de vorm Un= a·(U(n-1))^b zoals bijvoorbeeld -0,75·(U(n-1))^5, dan zal deze voor bepaalde startwaarden Uo naar 0 convergeren. Is het mogelijk om exact te berekenen bij welke startwaarden deze convergentie optreed? Moet je dan bijvoorbeeld de contractiestelling gebruiken, of heeft dat er niks mee te maken? Bedankt!
Sven
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 16 september 2011
Antwoord
Herschrijf de rij eens in de vorm: Un=(a^(1/b)*U(n-1))^b. Zou dat helpen?