voor vraag twee heb ik heb punt A genomen de RV 2.2.3 en dan de rv van AB maar als ik dit dan laat snijden met BC krijg je r=0 wat is er fout ?
liese
3de graad ASO - dinsdag 7 juni 2011
Antwoord
Het vlak door lijn A en evenwijdig met lijn B heeft de vectorvoorstelling (x,y,z) = (9,6,0) + $\lambda$(2,1,-2) + $\sigma$(2,2,3). Omgezet naar een vergelijking wordt dat 7x - 10y + 2z = 3. Snijden van dit vlak met lijn B geeft 7$\mu$ - 10(-3 - $\mu$) + 2.-5 = 3 waaruit volgt $\mu$ = -1. Invullen in de vv van B levert het snijpunt (-1,-2,-5) op. Controleer even dat dit punt inderdaad in het gevonden vlak ligt. De lijn door (-1,-2,-5) met rv = (2,2,3) is de lijn die je zocht. Deze nog snijden met A en je bent er.