Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Gelijkvormige driehoeken

GEGEVEN XYZ met |XY| = |XZ|
m = ml |XY|
doorsnede m en lijnstuk |YZ| = P

BEWIJS DAT |XY|2 = |YZ| maal |PX|


hartelijk bedankt

Thibau
2de graad ASO - donderdag 9 januari 2003

Antwoord

q6511img1.gif

We gebruiken dus gelijkvormigheid van driehoeken.
Het "te bewijzen" maakt het in ieder geval noodzakelijk het lijnstuk PX in de beschouwingen te betrekken.
En dan wordt het in de eerst plaats zoeken naar gelijke hoeken.
Kijk nu eens naar driehoek PXY.
PQ is daarin middelloodlijn.
Waarom is nu PXY ook een gelijkbenige driehoek?
Dan is de conclusie snel getrokken dat hoek(Y) = hoek(YXP).
Bekijk nu de driehoeken XYZ en PXY.
Waarom zijn deze gelijkvormig?
Dan geldt: XY : PX = YZ : XY.
En dan staat er wat je wilde bewijzen.

dk
donderdag 9 januari 2003

©2001-2024 WisFaq