Het probleem situeert zich in een cursus goniometrie , meer bepaald bij het oplossen van willekeurige driehoeken en toepassing van sinus en cosinusregel.Ik dacht hier aan een toepassing van de sinusregel maar geraak niet aan het passend resultaat. Goede avond, Rik
Rik Le
Iets anders - zondag 15 mei 2011
Antwoord
Als je liever de sinusregel gebruikt, dan kan het bijv. als volgt. In driehoek ACP geldt AP/sinÐC = 2R1 en in driehoek ABP geldt AP/sinÐB = 2R2. Omdat de hoeken B en C gelijk zijn is dus R1 = R2. Je kunt het ook via de sinusregel met de zijden AC en AB en de hoeken rond P bereiken. AC = AB en de hoeken rond P hebben gelijke sinus omdat ze supplementair zijn.