Hallo ik snap iets niet van wiskunde en heb maandag toets. Met intergreren gebruik je bij de inhoud vaak de formule ðx2. Maar af en toe gebruikt met ook ðy2. Wanneer gebruik je die met Y en wanneer die met X?
bvd
sebast
Leerling bovenbouw havo-vwo - vrijdag 18 maart 2011
Antwoord
Ik vermoed dat je dit gezien hebt bij wentelen rond een as. Als een grafiek rond de x-as wordt gewenteld, dan ontstaat een lichaam waarvan de inhoud te berekenen is met òy2dx (en dan komen er nog twee grenzen bij). Wentel je rond de y-as, dan heb je òx2dy nodig.