Ik moet ook deze opdracht doen maar begrijp echt niets van wat ik nou moet doen... hoe kom ik nou aan G en zo...?
jan
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 1 maart 2011
Antwoord
G is de oppervlakte van het grondvlak. Dat grondvlak is een gelijkbenige driehoek waarvan je de zijden kent. Dat kan je ook de oppervlakte uitrekenen. Daarnaast heb je de hoogte nodig, maar dat stond al uitgelegd toch?