Kunnen jullie mij a.u.b helpen met dez oefeningen?
nr 1: 4.(cos6 (a)- sin6 (a)) =cos(2a).(4-sin2(2a)l
nr 2 : 4.(cos6(a)-sin6(a)) = 1 + 3.cos2(2a)
alvast bedankt :)
Annele
3de graad ASO - maandag 31 januari 2011
Antwoord
Anneleen, nr1:Omdat sin2a=2sinacosa,is 4-sin2(2a)=4(1-sin2acos2a).Omdat cos(2a)= cos2a-sin2a, is( cos^6a-sin^6a)/cos2a=cos4a+sin2acos2a+sin4a= (cos2a+sin2a)2-sin2acos2a. nr2:Als a=1/2p,is het linkerlid gelijk aan -4 en het rechterlid is 4. Dat klopt dus niet. Foutieve opgave?