Ik heb 2 vergelijkingen met 2 onbekenden. Het leek me logisch om deze dan in elkaar te substitueren, maar telkens kom ik niet op het goede antwoord. Dus bij deze, wat is de goede manier om ze op te lossen: x + y = 0,4 10^-2,35 = 10^-3·x/y
Wat ik zou doen is: x = 0,4 - y En deze vergelijking in de andere invullen waardoor je het volgende krijgt: 10^-2,35 = 10^-3·(0,4-y)/x Maar als je deze verder oplost krijg je: 0,4 - y = 10^-5,35· y en dus uiteindelijk 0,4=(10^-5,35)y En dan zou je dus: y = 0,3999982133 en x is dan dus 0,4-y=0,0000017867 Maar volgens de uitwerkingen zijn de antwoorden van x = 0,327 en die van y = 0,073 Dus mijn vraag is uiteindelijk hoe los ik deze wel goed op?
Alvast bedankt!
Mvg, Daniëlle
Daniël
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 19 december 2010
Antwoord
10-2,35 gedeeld door 10-3 is 100,65 en niet 10-5,35 denk ik...