Ik kan er nog steeds niet goed aan uit. Wanneer ik een roostervoorstelling maak, zie ik dat de kans op minstens eenmaal 6 11/36 is. Ik pas de volgende formule toe: P(A als B) = P(A en B) / P (B) = (1/36 · 11/36)/(11/36) = 1/36. Wat doe ik juist fout?
Alvast bedankt!
L
Student universiteit België - vrijdag 19 november 2010
Antwoord
Je fout zit in : P(AÇB) = P(A).P(B) Dit geldt enkel als de gebeurtenissen A en B onafhankelijk zijn. En dat is hier zeker niet het geval. Hier is het zelfs zo dat A zich niet kan voordoen, als B zich niet heeft voorgedaan. Men kan namelijk niet tweemaal 6 gooien als men niet minstens eenmaal 6 heeft gegooid. De opgegeven oefening is dus eigenlijk weinig realistisch. Dus als A zich voordoet, moet B zich ook hebben voorgedaan. Vandaar dat AÇB = A en P(AÇB) = P(A) = 1/36