bruno
Leerling bovenbouw havo-vwo - maandag 11 oktober 2010
Antwoord
Beste Bruno,
Je weet misschien dat sin(a) = sin(b) als: · a = b + 2.k.$\pi$ ('gelijke hoeken') · a = $\pi$ - b + 2.k.$\pi$ ('supplementaire hoeken')
Als je dat hier toepast krijg je telkens een kwadratische vergelijking in x die je kan oplossen, bv. met de abc-formule. Je zal oneindig veel oplossingen vinden door die parameter k (met k geheel). Eenvoudige oplossingen zijn x = 0 en x = 1 (dan is x immers gelijk aan x2).