\require{AMSmath}

Telproblemen en kansrekeningen

47)
We werpen met een rode en een blauwe dobbelsteen. Bereken de kans dat de blauwe dobbelsteen een groter aantal ogen heeft dan de rode dobbelsteen?

30)
Een trapje telt 4 treden we kunnen 1,2,3,4 treden tegelijk nemen. op hoeveel manieren kunnen we boven geraken?
(ik heb geprobeerd het op te lossen maar ik kom eeb mogelijkheid te kort uit)

28)
In een firma werken 808 mensen om toegang te hebben tot het gebouw te krijgen hebben ze een verschillend paswoord dat alleen uit cijfers bestaat.
- uit hoeveel cijfers moet het paswoord bestaan?
- uit hoeveel cijfers meot het bestaan als elk paswoord bestaat uit verschillende cijfers?

Deze (extra)vragen heb ik geprobeerd om op te lossen voor de toets van morgen maar vind het antwoord niet.

Mattha
2de graad ASO - dinsdag 18 mei 2010

Antwoord

47)
Maak een tabel en dan maar tellen... Zie 6. Gooien met twee dobbelstenen.

30)
Je kunt kiezen of je trede 1, 2, 3 of 4 wel of niet neemt. Ik zou zeggen dat er dan 2⁴=16 mogelijkheden zijn. Wat denk je, zou dat kloppen? Of is hier iets anders aan de hand?

28)
Er zijn voor verschillende aantal cijfers verschillende mogelijkheden:

1 cijfer ® 10 mogelijkheden
2 cijfers ® 100 mogelijkheden
3 cijfers ® 1000 mogelijkheden

Die laatste mogelijkheid is wel voldoende voor 808 mensen.

Bij verschillende cijfers:
1 cijfer ® 10 mogelijkheden
2 cijfers ® 90 mogelijkheden
3 cijfers ® 720 mogelijkheden

Voor 808 mensen is dat niet voldoende. Je zult dus 4 cijfers moeten gebruiken.

WvR
dinsdag 18 mei 2010

©2001-2024 WisFaq