Ik zit met een tamelijk groot probleem. Morgen heb ik examen wiskunde, waarin Vergelijkingen & Ongelijkheden op zo'n 60 procent van het examen staat. Maar ik kan vergelijkingen helemaal niet opstellen! Ik kan ze wel opstellen, maar niet oplossen.
Bijvoorbeeld:
Een voetbalmatch wordt bijgewoond door 5000 betalende toeschouwers. Een tribunekaart kost 10 euro en een staanplaats kost 7 euro. De kassier ontvangt 36800 euro. Hoeveel personen kochten een tribunekaartje?
Aan z'n teksten kan ik dus onmogelijk beginnen, ik heb er geen idee van hoe het op te stellen, ik had iets in gedachten als : 5000x.(10+7) = 36800 Maar dit zal natuurlijk compleet fout zijn. Help!
Dag
Wannes
2de graad ASO - dinsdag 30 maart 2010
Antwoord
Beste Wannes
Als je een onbekende invoert, zoals "x", moet je wel kiezen waar die x voor staat. Laten we het aantal toeschouwers met een tribunekaart x noemen, hoeveel toeschouwers hebben dan een staanplaats? Hoe kom je dan aan de totale inkomsten?