van een steekproef bestaande uit 5 waarden is het rekenkundig gemiddelde 10 en de mediaan 12. wat is de kleinst mogelijke waarde van het verschil tussen de grootste en de kleinste steekproefwaarde ?
het antwoord zou 5 moeten zijn.
ik vroeg mij al eerst af of het hier 5 mogelijke uitkomsten zijn die de steekproef kan hebben of dat hier bedoeld wordt dat de steekproef bestond uit 5 testen.
ik dacht 5 testen : gemiddelde 10 = (n1x1+ n2x2+n3x3+n4x4+n5x5)/5 waarbij ongeveer n1+n2+n3+n4+n5 =5 of 50 = n1x1+ n2x2+n3x3+n4x4+n5x5 mediaan ligt op 12 - 12 is zeker een waarde die voorkomt in de steekproef = 50=12n1+ n2x2+n3x3+n4x4+n5x5 12 ligt hoger dan het gemiddelde = 12 zal zeker niet de kleinste waarde zijn. - eerder iets in de aard van mogelijke waarden = x y z 12 w
maar dan zit ik vast. ik zie niet in hoe ik hier meer info uit kan krijgen en hoe ik die info kan gebruiken.
kan u mij aub helpen
jinthe
3de graad ASO - vrijdag 22 januari 2010
Antwoord
Jinthe, De steekproefuitkomsten,van klein naar groot,zijn x1,x2,12,x4,x5. Nu is x5-x1 zo klein mogelijk als x5 zo klein mogelijk en x1 zo groot mogelijk. Dus x5=12 en x1+x2=14,dus x1=7.