Ik ben op zoek naar een (ingewikkelde?) expliciete functie (y= ...) waarbij ik meerdere basisfuncties moet combineren met volgende combinaties: - Optellen/aftrekken - Vermenigvuldigen - Verschuiving (X & Y richting) - Spiegelen - |...| (absolute waarden nemen)
Met de nieuwe opgebouwde functie zouden deze combinaties goed te illustreren zijn.
Nu heb ik al vanalles geprobeerd maar ben van sommige dingen niet zeker:
- Als je nu de functie y = x + 4 hebt dan verschuift de functie 4 eenheden naar boven maar dit zijn toch wel degelijk 2 functies namelijk y = X en y = 4? - Ik had dan iets gevonden in de vorm van y = e^(1/X2)*abs(Sin(x))+4 maar hoe kan ik deze functie spiegelen en hoe kan ik deze verschuiven in de X richting? want wanneer X=0 is er een verticale asymptoot aanwezig. Is de raaklijn is x=0 dan onbestaand of is dit gelijk aan de verticale asymptoot? - (Hoe zouden jullie deze oefening het best aanpakken?)
Alvast HARTELIJK bedankt
Marnik
Marnik
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 6 januari 2010
Antwoord
Horizontale verschuiving
Bij een horizontale verschuiving over de vector vervang je 'x' in het functievoorschrift door 'x-p'.
Voorbeeld
Je verschuift de functie f(x)=x2+3x-2 twee eenheden naar links, je krijgt de functie g. Geef het functievoorschrift van g.
Antwoord
g(x)=(x+2)2+3(x+2)-2 of ook: g(x)=x2+7x+8
Verticale verschuiving
Bij een verticale verschuiving over de vector tel je q op bij het functievoorschrift.
Voorbeeld
De functie g krijg je door het transleren van de functie f(x)=x-4 over de vector . Geef het functievoorschrift van g.
Antwoord
g(x)=x+2
Spiegelen in de x- of y-as
Bij spiegelen in de y-as vervang je 'x' door '-x'. Bij spiegelen in de x-as neem het het tegengestelde van het functievoorschrift.
Voorbeeld
We spiegelen de functie f(x)=(x-2)+3 in de y-as en daarna in de x-as. Dit levert de functie g op. Geef het functievoorschrift van g.
Antwoord
g(x)=-(-x-2)-3
Vermenigvuldigen t.o.v. de x-as
Als je vermenigvuldigt met een factor a ten opzichte van de x-as dan vermenigvuldig je het functievoorschrift met een factor a.
Voorbeeld
Gegeven f(x)=(x-4)2+2. Je vermenigvuldigt met een factor 2 t.o.v. de x-as. Zo krijg je de functie g. Geef het functievoorschrift van g.
Antwoord
g(x)=2((x-4)2+2)=2(x-4)2+4
Vermenigvuldigen t.o.v. de y-as
Als je vermenigvuldigt met een factor a ten opichte van de y-as dan vervang je 'x' in het functievoorschrift door ·x
Voorbeeld
Gegeven f(x)=sin(2x). Vermenigvuldig f met een factor 3 t.o.v. de y-as. Deze functie heet g. Geef het functievoorschrift van g.