Re: Vereenvoudigen machtenwortels (zonder negatieve of gebroken exponenten)
Bedankt voor de reply...
Bovenstaande klinkt logisch, echter strookt het niet met de uitkomsten?
De uitkomst van de 1e opgave is: 1/x√x
De uitkomst van de 2e opgave is: 3/x√x
Ik zit erg met deze oefententamenvragen te stoeien. Dergelijke opgaven staan niet uitgewerkt in het handboek.
Robbie
Student hbo - dinsdag 15 december 2009
Antwoord
Het 'probleem' zit 'm in de manier waarop je de opgaven noteerde. Nu blijkt dat de teller gelijk is aan de vierdemachtswortel uit x2, en dat is te schrijven als x0,5. Dan krijg je het quotiënt x0,5/x2 = x-1,5 en dat is via 1/(x1,5) ook te schrijven als 1/(x√x)
En ook de tweede opgave blijkt iets anders in elkaar te zitten dan ik dacht. Er staat 3x1,5/x3 = 3x-1,5 = 3/(x√x)