Jan werpt 3 keer met een dobbelsteen. De toevalsvariabele Z is het aantal keren dat er 6 ogen worden gegooid. Maar een kansverdelingtabel van Z en bereken de verwachtingswaarde die bij deze kansverdeling hoort.
paulie
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 15 december 2009
Antwoord
Dit is een voorbeeld van een binomiale kansverdeling met parameters n=3 en p=1/6. De verwachtingswaarde is n·p=3·1/6=1/2. Zoiets?