Je moet 295 cent betalen. Je mag gebruik maken van zoveel mogelijk 1,2,5,10,20,50,100 en 200 centen. Op hoeveel verschillende manieren kun je 295 cent betalen? Hoe reken je dat uit?
Twan
Student universiteit - donderdag 10 december 2009
Antwoord
Hallo Twan, Dit is een klassiek probleem dat meestal tevoorschijn gehaald wordt om het gemak van voortbrengende (ook wel genererende genoemd) functies te demonstreren. Het principe wordt heel mooi uitgelegd in het prachtige boek van JH van Lint en JW Nienhuys: "Discrete Wiskunde". Al op blz 8 vind je het. Om dan de oplossing voor je probleem te krijgen heb je wel computeralgebra nodig. Maple of Mathematica. Succes