Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

 Dit is een reactie op vraag 61056 

Re: De kans van de som met 3 dobbelstenen

Ik snap uw beredenering eerlijk gezegd niet.

Als de som van het aantal ogen van 3 dobbelstenen minstens 5 is snap ik dat je:

P(x5]= 1-P(x4)

betekent hoogstens betekent minstens
Het aantal mogelijkheden om als som 4 of minder te krijgen is naar mijn mening 4 namelijk

111
121
211
112

daarom dacht ik 1-4/216= antwoord op minstens 5

Waarom neemt u dan alleen twee mogelijkheden en wat zou hieruit het antwoord dan moeten zijn?

Alvast bedankt

LI
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 10 december 2009

Antwoord

Beste Lisette,
We zijn het geheel met elkaar eens.
Met 1+1+2 of "twee keer 1 en een keer 2" bedoel ik niet dat het ook in die volgorde moet.
Je berekening klopt.
Groeten,
Lieke.

ldr
vrijdag 11 december 2009

©2001-2024 WisFaq