Dan als ik dit 1/3 in vul in de rechtelid dan kom ik niet aan 9/10.
Waar maak ik een fout? Dank u wel voor uw hulp
junaid
Student Hoger Onderwijs België - woensdag 7 oktober 2009
Antwoord
Je kunt het linker lid opvatten als een lineaire vergelijking van een lijn. Je zou het kunnen tekenen in een assenstelsel:
Hetzelfde geldt voor het rechter lid:
Of nog mooier: zet ze in één assenstelsel:
De vraag is nu: voor welke waarden 'x' is het linker lid groter dan het rechter lid. In de tekening is dat goed te zien. De vraag is dan waar snijden de grafieken elkaar precies? Je moet dus het snijpunt zien te vinden.
Dus los eerst de vergelijking op:
(3x-7)/7-(2x-1)/3 = 5((2-x)/7-1/3)
...en dan kom je er wel uit denk ik...
Volgens mij ben je hierboven de nulpunten aan het berekenen. Dat gaat ook half goed (zo te zien) maar je hebt er echt helemaal niets aan!