Juliet
Student universiteit - zondag 27 september 2009
Antwoord
Beetje zoeken met GOOGLE levert:
Iedereen heeft op de middelbare school kennisgemaakt met de logaritmen. Met een rekenmachine is het tegenwoordig vrij eenvoudig om er mee te rekenen.
Voor de uitvinding van de rekenmachine konden in dikke tabellenboeken de logaritmen opgezocht worden. Doordat men in die tijd geen rekenmachine had, kwam het nut van de logaritmen naar voren. Door de eigenschappen van logaritmen kon men in plaats van ingewikkelde berekeningen met vermenigvuldigingen en delingen hetzelfde resultaat bereiken door de logaritmen op te tellen en af te trekken.
Dat was ook de aanleiding voor John Napier om de logaritmen te ontwikkelen en dat schrijft hij in zijn eerste werk over logaritmen “Mirifici logarithmorum canonis descriptio”. Het uitrekenen van de logaritmen was in die tijd erg ingewikkeld, maar toch zijn de tabellen gevuld.
Dat is vanaf begin zeventiende eeuw gedaan door onder andere John Napier, Henry Briggs, Adriaan Vlacq en Ezechiel de Decker. Door de invoering van de logaritme ontstonden er nieuwe mogelijkheden om numerieke berekeningen te gebruiken [5,6].