Ik kom hier niet uit. Dit is een functie met drie variabelen namelijk de afstand in stuk x, de afstand in stuk y en de afstand in stuk z De vergelijking wordt dan x/1 + y/0,25 +z/2 = "zo klein mogelijk" ik weet verder niets van x, y en z, want de afstanden zullen anders zijn dan de meest rechtstreeks afstanden. Hoe kom ik hiermee verder?
Groet, Andre
Andre
Iets anders - vrijdag 11 september 2009
Antwoord
Maak een tekening met twee horizontale lijnen: een op hoogte 200 (grens tussen medium x en medium y) en de andere op hoogte 250 (grens tussen y en z). Leg A in de oorsprong, (0,0) dus, en B in (b,350) (350=200+50+100 en de b voldoet aan b2+3502=5002. Je pad van A naar B snijdt de eerste lijn in (s,200) en de tweede in (t,250). Je kunt de drie afstanden, en dus de tijd, in s en t uitdrukken; de tijd is dus een functie van die twee variabelen.