Over die wandelaar, ik kom iets uit van 36/17 door (n-2)·180°=10n. Ben ik dan de enige verstandige?
Mattia
2de graad ASO - maandag 16 december 2002
Antwoord
Waarom neem je aan de linkerkant van je vergelijking de som van de binnenhoeken en rechts de som van de hoekverandering? Immers, 10° naar rechts draaien geeft toch een hoek van 170°?
Je kunt kijken naar: (n-2)·180=170n 180n-360=170n 10n=360 n=36
Maar... het eerder gegeven antwoord is VEEL mooier!