Verhoog ik de lente van een rechthoek met 1 m en de breedte met 3 m dan verhoogt de oppervlakte met 43 m2 Verhoog ik de lengte met 2 m en de breedte met 5 m dan verhoogt de oppervlakte met 54 m2 Ik vond: (x+1)·(y+3)=xy+43 (x+2)·(y+5)=xy+54 uitwerking gaf xy+3x+y+3=xy+43 (1) xy+2x+5y+10=xy+54 (2) xy valt weg inj beide leden 3x+y =40 (1) 2x+5y =44 (2) y=40-3x y=(44-2x)/5 40-3x=(44-2x)/5 waaruit 200-15x=44-2x en 200-44=13x 3x=156 x=52 m y= (44-2(52))/50 met y=-12 Is het vraagstuk dus vals en oplossingen ledig ?
Oplossen met lineaire combinatie geeft: 6x+ 2y= 80 (·2) -6x-15y=-132(·-3) optellen geeft -13y=-52 en y=4 en 6x+2·4=80 en 6x=72 en x= 12
oppervalkt eis dan 4·12=48 m2 En zo klopt het wel, denk ik. Groeten
Rik Le
Iets anders - vrijdag 12 juni 2009
Antwoord
In je tweede uitwerkregel schrijf je 2x+5y en dat moet 5x+2y zijn. Je oplossingen x=12 en y=4 zijn weliswaar mooi, maar de tweede vergelijking voldoet er niet aan. Uit (x+2)·(y+5) = xy + 54 zou dan immers volgen dat 14·9 = 12·4 + 54 ofwel 126 = 48 + 54. De oplossingen zijn x = 36 en y = -68, maar die passen niet in de context van dit vraagstuk.