Geachte heer,hartelijk bedankt voor Uw heel snelle antwoord maar er zijn mij enkele dingen niet duidelijk en dat komt, denk ik, omdat ik wiskunde gehad heb in de jaren zestig. Hoe komt U aan de coördinaten van punt C ? Bedoelt U soms 1cos(80),1sin(80)? En wat bedoelt U met λ en met μ ?
J. Vri
Iets anders - woensdag 20 mei 2009
Antwoord
Geachte J.Vriens,
Ja, men kan zonder verlies van algemeenheid aannemen dat BC lengte 1 heeft. Het gaat hier immers om de verhoudingen van de lengten van de lijnstukken. (Men kan de driehoek naar believen opblazen of andersom.) Omdat we ook weten dat de hoek die het lijnstuk van B naar C maakt met de positieve x-as gelijk is aan 80 graden, vinden we juist deze coördinaten. Die l en m zijn nader te bepalen positieve reële getallen. Succes!