Ik heb problemen met het oplossen van de volgende stelsels vergelijkingen:
2x-y=5 3x+4y=2
en
4x+6y=0 5x+5y=-5/6
Hoe moet ik dit aanpakken?
Bedankt!!
Raymon
Student hbo - maandag 11 mei 2009
Antwoord
Er zijn verschillende methodes om stelsels van vergelijkingen op te lossen. In eenvoudige gevallen kan worden volstaan met 'substitutie' of 'elimninatie'. In dit geval is de laatste methode wel handig...
Omdat dit waarschijnlijk toch een herhaling is van een methode die je in derde klas geleerd hebt doe ik nog maar 's voor:
2x-y=5 3x+4y=2
8x-4y=20 3x+4y=2
11x=22 x=2
2·2-y=5 -y=1 y=-1
Oplossing (2,-1)
De tweede gaat op een vergelijkbare manier. 't Is misschien handig de eerste vergelijking met 5 te vermenigvuldigen en de tweede vergelijking met 6. Dan valt die breuk ook nog 's weg...