Waarom is de korte diagonaal 6 - 1/2h? Want je als je kijkt naar het begin van de vergelijking haal je het cijfer 6 van de breuk 6/12 haal je toch juist uit het feit dat AC = 12 en dus AM = 6. AC is de grote diagonaal dus dan heb je als je de breuk oplost toch ook de grote diagonaal uitgerekend in de driehoek EKT?
De kleine diagonaal reken je dan toch uit met BD = 6 en BM is 3?
Céline
Leerling bovenbouw havo-vwo - zondag 3 mei 2009
Antwoord
Je weet al dat de 'kleine' en de 'lange' diagonaal in de doorsnede zich verhouden als 1:2. Dus als de 'lange' diagonaal 12-h is dan is de 'korte' de helft: 6-1/2h. Meer moet het niet zijn...