Een urne bevat 6 rode en 4 blauwe ballen. Men trekt - zonder teruglegging - 3 ballen uit de urne. Wat is de kans dat men precies 3 blauwe ballen heeft getrokken?
Philip
Student universiteit België - woensdag 11 december 2002
Antwoord
Beste Philip,
Er zijn dus 10 ballen in totaal. Bij de eerste trekking, geldt dat de kans dat die blauw is 4 van de 10, ofwel 4/10 = 2/5. Er zijn nu nog 9 ballen over, waarvan 3 blauwe, ofwel de kans dat bij de volgende trekking er een blauwe wordt getrokken is: 3/9 = 1/3 (mits dus wel de 1e keer een blauwe is getrokken). Er zijn nu nog 8 ballen over, waarvan 2 blauwe, ofwel de kans bij de derde trekking een blauwe is: 2/8 = 1/4 (mits dus wel bij de 1e en 2e keer een blauwe is getrokken). In totaal dus 2/5·1/3·1/4 = 2/60 = 1/30