maikel
1ste graad ASO-TSO-BSO - dinsdag 10 december 2002
Antwoord
Hoi Maikel,
Aangezien er zowel -5/4 (want dat is -1,25) in de teller als in de noemer staat, mag je die alvast opschrijven. Je weet dat indien zowel de teller als noemer dezelfde grondtallen hebben, dat je het grondtal mag opschrijven en de machten van elkaar mag aftrekken (dus de exponent van de teller - de exponent van de noemer wordt de nieuwe exponent).
In jouw geval krijg je dus (-5/4)7/(-5/4)4 = (-5/4)7-4 = (-5/4)3 en dat is weer gelijk aan (-5)3 / 43. Dit laatste verder uitgewerkt levert -125/64 op. Hetgeen overeenkomt met -1,953125.