Een groothandel koopt een boormachine in voor 75 euro. Andreas moet de verkoopprijs vaststellen. Hij doet dat door er eerst een winstmarge van 40% bij te doen en dan 19% BTW.
melind
Leerling onderbouw vmbo-havo-vwo - donderdag 26 februari 2009
Antwoord
Dat wordt dan 75·1,40·1,19=... Dat moet kunnen! Handig hè, die groeifactoren!
Kan je meteen goed zien waarom het niet uitmaakt of je eerst de winstmarge er bij doet en dan de BTW of andersom. Maar dat is dan natuurlijk weer een andere som.