Algebra

Analyse

Bewijzen

De grafische rekenmachine

Discrete wiskunde

Fundamenten

Meetkunde

Oppervlakte en inhoud

Rekenen

Schoolwiskunde

Statistiek en kansrekenen

Telproblemen

Toegepaste wiskunde

Van alles en nog wat


\require{AMSmath}

Een stel en een bus

Een klas van 25 leerlingen gaan op excursie. Er zijn 2 bussen. In één bus kunnen er 13 leerlingen in, en in de andere bus kunnen er 12 leerlingen. De leerlingen worden per lootjes in de bussen verdeeld. Een jongen en een meisje (een stel) willen per se samen in 1 bus zitten. De kans dat ze in dezelfde bus zitten is gelijk aan 0,5. Bewijs dit door middel van algebraïsche manieren.

Didi
Leerling bovenbouw havo-vwo - woensdag 25 februari 2009

Antwoord

Maak 25 lootjes 13 met een 1 en 12 met een 2.
Voor het gemak laat je het meisje de eerste keus maken en de jongen de tweede.
De kans dat beiden bus 1 trekken (experiment zonder terugleggen) is 13/25·12/24 beiden bus 2 levert op 12/25·11/24. Dit optellen levert de uitkomst = ...... 0,48 tja. Dus klopt het antwoord niet!!

Met vriendelijke groet
JaDeX

jadex
zondag 1 maart 2009

©2001-2024 WisFaq