ik moet van het volgende formule: 4sin(x).cos(x-1/3ð) de afgeleide tonen: 4cos(1/3ð-x)
Wat ik heb gedaan is het volgende: ik heb eerst productregel gebruikt. 4cos(x).cos(x-1/3ð)+4sin(x).-sin(x-1/3ð)
dan wil het ik verdubbelsformule gebruiken, maar dan zit ik vast met die -sin(x-1/3ð)??...Wat moet ik precies doen?:S
alvast bedankt voor de hulp. Anja
Anja
Leerling bovenbouw havo-vwo - dinsdag 10 februari 2009
Antwoord
Je moet hier een van de somregels gebruiken. In het bijzonder cos(a+b)=cos(a)cos(b)-sin(a)sin(b) (1) en cos(a-b)=cos(a)cos(b)+sin(a)sin(b) (2)
We hebben f'(x)=4(cos(x)cos(x-1/3p)-sin(x)sin(x-pi/3) We gebruiken formule (1) met a=x en b=x-1/3p en krijgen cos(a+b)=cos(x+x-1/3p)=cos(2x-1/3p) Het correcte antwoord zou dan dus zijn 4cos(2x-1/3p) Ik zie geen kans om hier 4cos(1/3p-x) van te maken.