ik heb hoek A en één zijde AC, (60°en 6 cm), ik moet hoek c en b berekenen en zijde a en c, zo manier dat geen driehoek is, dus de zijde a is precies kort. ik weet, sinusÐA =sinus Ð(B+C) supplemt, en som van drie hoeken is 180°. HOE MOET DE TOEPASSING VAN SINUSREGEL OF COSINUSREGEL. graag de formules die hiermee kan gebruiken (toepassen).... bedankt maar ik kan niet zo snel redeneren... help
NORA
Leerling bovenbouw havo-vwo - donderdag 5 februari 2009
Antwoord
Hallo
We berekenen a met behulp van de cosinusregel :
a2 = b2 + c2 - 2bc.cosA a2 = 36 + c2 - 12c.cos(60°) a2 = 36 + c2 - 12c.1/2 a2 = 36 + c2 - 6c c2 - 6c + 36-a2 = 0 Beschouw dit als een vierkantsvergelijking in c. Om een waarde voor c te vinden mag de discriminant van deze vierkantsvergelijking niet negatief zijn. Als de discriminant D gelijk is aan nul, is er dus nog net een driehoek mogelijk. D = (-6)2 - 4(36-a2) = 36 - 144 + 4a2 = -108 + 4a2 = -4(27 - a2) D = 0 als a = Ö27 = 3Ö3
De vierkantsvergelijking wordt dan : c2 - 6c + 9 = 0 waaruit c = 3
Dus a=3Ö3 , b=6 en c=3 Je kunt nagaan dat a2 + c2 = b2, dus de driehoek is rechthoekig. Dus ÐB = 90° en ÐC = 30°