Ik ben de volgende opdracht in verschillende vormen meerdere keren tegengekomen tijdens mijn tentamenvoorbereiding en ik kan niet vinden hoe ik dit op moet lossen.
De vraag:
Gegeven zijn: een matrix A, een diagonale matrix D en een inverteerbare matrix P zodanig dat A = PDP−1
D =
2 0 0 0 −2 0 0 0 −2
P = 1 0 −1 2 1 0 0 0 1
Bepaal de algemene reële oplossing van het stelsel gewone differentiaalvergelijkingen
y′′(t) = Ay(t)
Ik kan in mijn boeken niet terugvinden hoe ik dit aan moet pakken, kunnen jullie mij misschien helpen?
Arno
Student universiteit - woensdag 28 januari 2009
Antwoord
Probeer eens de substitutie z(t)=P-1y(t). Kom je er dan uit?