'k ben momenteel met goniometrische vergelijkingen bezig, maar... 'k heb denk 'k ergens een klein foutje gemaakt in de volgende oefening : (3)*cos(2x)-sin(2x)=2
De oplossing heb 'k al, die staat in het handboek nl : {- /12+k |k is een element van Z}
Dit is wat 'k al heb : (3)*cos(2x)- sin(2x)=2 <=> (3) * ((1-T2)/(1+T2))-2T/(1+T2) = 2 (met T=tg x) <=>(3)-(3)*T2-2T-2-2T2=0 <=>(-2-(3))T2-2T-2+(3)=0 D=b2-4ac =4-4(-2-(3))*(-2+(3)) =0 T = (-b-(D))/2 = 2/(-2-(3)) = 2(2+(3))/(4-3) = -4-2(3) Dit is niet gelijk aan een bekend getal als /3, /4 of /6 hoe kom 'k dan aan die - /12?
Vincen
3de graad ASO - zondag 8 december 2002
Antwoord
Je bent een heel eind gevorderd. Volgens mij glij je eventjes uit op het moment dat je schrijft T = -b/2 Moet dat niet zijn T = -b/2a ? Maar los hiervan: het probleem is dat de waarden van de sinus, cosinus en tangens van bijv. -p/12 niet meteen als bekend mogen worden ondersteld, zoals het geval met 1/4p of 1/3p enzovoort.
Er is een eenvoudiger manier om aan de oplossing te komen. Breng de term sin2x naar rechts, kwadrateer links en rechts en gebruik daarna dat cos22x = 1 - sin22x. Je krijgt nu een tweedegraadsvergelijking met sin2x als onbekende en die los je op; je weet dan 2x en dus ook x. Probeer het eens en lukt het toch niet? Kom gerust terug.