Hoe kan je deze 2 vragen op een makkelijke manier berekenen?
1. Ivor loopt de 400 meter in 1 minuut en 20 seconden. Hoeveel km/h is zijn snelheid
2. Ugor schaatst de 500 meter in 40 seconden. Hoeveel km/h is zijn snelheid?
Alp
Leerling bovenbouw vmbo - zaterdag 17 januari 2009
Antwoord
Een uur telt 3600 seconden en 1 minuut en 20 seconden tellen 80 seconden. Je weet hoe vaak 80 seconden passen in 3600 seconden (door een deling te maken) en in elk van dat aantal legt hij 400 meter af. Je weet nu het aantal meters dat hij per uur aflegt en dus ook het aantal kilometers. Volg voor de tweede vraag precies dezelfde aanpak.