Ik zie niet in hoe 1+2k daarmee kan veranderen in 1+4k...
Om na te gaan of het om een max/min. gaat, gebruik ik de 2e afgeleide, nl.
-sin(x)-n·sin(nx)
Invullen in 2e afgeleide geeft
-sin(x)-(1+2k)sin[(1+2k)x]
x=pi/2 dus -1-(1+2k)· sin[(pi/2)+(k·pi)] somformule -1-(1+2k)· sin (pi/2)· cos (k·pi)+ cos (pi/2)·sin (k·pi) -1-(1+2k)· 1·-k + 0·0k -1-(1+2k) · -k -1+k+2k2 D=9 k= -1 k=1/2
En verder?
Bedankt!
Brent
3de graad ASO - woensdag 8 oktober 2008
Antwoord
Na invullen van x=1/2p en n=1+2k in de tweede afgeleide krijg je f ''(1/2p)=-1-(1+2k)sin(1/2p+kp), accoord. Je hoeft nu alleen maar na te gaan of dit positief of negatief is. Nu geldt sin(1/2p+kp)=1 als k is even en sin(1/2p+kp)=-1 als k is oneven. Je kunt daaruit afleiden dat k even moet zijn. (zelf doen) In onze opzet zou dus moeten gelden n=1+2k met k even. Noem die even k voor de lol nu 2m met m geheel, dan krijg je n=1+4m. Daarna kunnen we om de lol helemaal compleet te maken ook best wel weer schrijven n=1+4k.