Om van een gegeven functie f de snijpunten met de x-as te berekenen neem je de functiewaarde gelijk aan nul. De vergelijking die je zo krijgt los je op en er rollen dan (mogelijk) waarden voor 'x' uit waar y=0. Dit noemen we wel de nulpunten.
Voorbeeld Gegeven: f(x)=x2-4x-12
Gevraagd: bereken de snijpunten met de x-as.
Oplossing: x2-4x-12=0 (x-6)(x+2)=0 x-6=0 of x+2=0 x=6 of x=-2